16 december 2014

Jessica L.L. Lutz


© Hugh Pope
‘Conflict is my business’, zo definieert oud-journaliste en schrijfster Jessica L.L. Lutz zichzelf wel eens. Via een baan bij het Nederlandse Consulaat-Generaal kwam ze in Turkije terecht maar het bloed kroop waar het niet gaan kon: naar mensen in hachelijke omstandigheden. In het immense Anatolië is daar helaas geen gebrek aan. Burgeroorlog, hoge werkloosheid, schending van mensenrechten, aardbevingen… Achter de toeristische resorts, ligt een heel andere wereld!

Na twintig jaar verslaggever te zijn geweest, ging de journalistiek als expressievorm haar een beetje benauwen. Met de spannende roman De Nederlandse bruid zette Jessica L.L. Lutz een gedurfde stap naar het fictieschrijven. Op die weg heeft ze niet alleen haar fascinatie voor Turkije meegenomen maar ook haar diepe betrokkenheid bij het lot van onfortuinlijke burgers!
 
 
 
‘Nu voelt het schrijven -op een goede dag- als vliegen in je droom:
ongekend vrij en onbevreesd door de lucht zeilen.’
 
De Nederlandse bruid speelt in het oosten van Turkije, een regio met complexe sociale verhoudingen die niet allemaal aan de oppervlakte zichtbaar zijn. Op welke manier heb jij die streek leren kennen en vind je dat je inzicht hebt gekregen in haar identiteit?

In de kwart eeuw dat ik hier leef, heb ik als journalist vele, vele malen in het Koerdische gebied gereisd. Vaak bracht ik de nacht al dan niet onder moeilijke omstandigheden (lees: oorlog) door bij mensen thuis. (Een Engelstalig kort verhaal daarover hier). Wanneer je bij mensen thuis bent, hoeft er niet eens zoveel gezegd te worden om de werkelijke verhoudingen te begrijpen, maar als journalist vraag je er ook naar.

Ik weet niet of het is omdat ik vrouw, of buitenlander ben, of dat ik met al mijn vragen de indruk wek een oplossing te kunnen aandragen, maar het verbaast me telkens weer hoe openhartig mensen met mij zijn over wat hun zorgen baart of dwars zit in het leven. Nog maar enkele maanden geleden was ik aan de Iraakse grens te gast bij een familie. Ook al hadden ze me nooit eerder gezien en hadden ze een redelijk comfortabel leven te verliezen, luchtten beide echtgenoten hun hart over hoe ze eigenlijk aanhangers van de PKK waren, maar hun vertrouwen in de organisatie verloren hadden nadat die hun zoon van 13 gerecruteerd had. Ze lieten me zijn afscheidsbrief zien en zelf fotograferen, vertelden me over de sluipwegen naar de kampen. Ik had hen in grote moeilijkheden kunnen brengen, maar ze vertrouwden me. Ik ben altijd meer gefocused geweest op wat 'gewone' mensen te zeggen hebben dan de autoriteiten -al sprak ik die ook vaak- wat me een goed beeld gegeven heeft van de complexiteit van die samenleving.


Je roman suggereert dat de clan-cultuur nefast is in termen van rechtvaardigheid, persoonlijke ontwikkeling en welvaart. Moeten we af van dit soort structuren of verliezen we dan ook iets kostbaars?

Ik ben zelf niet iemand die zich prettig zou voelen in het strakke keurslijf van de clancultuur. Tegelijkertijd realiseer ik me dat deze voor veel mensen ook veiligheid biedt, al was het maar omdat de werkeloosheid torenhoog is. Ja, je kunt je als individu nauwelijks ontwikkelen, en al helemaal niet als je vrouw bent, maar je weet waar je aan toe bent en je kan altijd op iemand terugvallen. Dat gezegd hebbende herinner ik me een recente statistiek dat slechts 25.3% van de vrouwen in het Turkse Zuidoosten het gevoel hadden bij hun (uitgebreide) familie terecht te kunnen met problemen. Bijna 60% zei niemand te hebben.

De clanstructuur is behoudend en wordt mede in stand gehouden door het feit dat tweederde van de Koerdische bevolking niet meer dan lagere school genoten heeft. Nog geen kwart van de mannen heeft een echte, geregistreerde baan. Het gros is dagloner met een onregelmatig inkomen. Het is niet aan mij om te zeggen dat 'we' hier vanaf 'moeten', maar ik denk, nee, ik hoop, dat mensen die beter opgeleid zijn, ook durven kiezen om uit dit stramien te stappen. Dit soort structuren houden bijvoorbeeld ook kindhuwelijken in stand, iets waar ik absoluut geen begrip voor wil opbrengen. Dat is waarom ik een deel van de opbrengst van mijn boek doneer aan 'De Vereniging ter Ondersteuning van het Moderne Leven', een organisatie die beurzen verstrekt aan meisjes in achtergestelde gebieden die graag naar school willen, maar van hun familie niet mogen.

Vrouwen in Gaziantep, Zuidoost-Turkijke
© Adam Jones
Stel, bij wijze van denkoefening, dat de Koerden zich kunnen losweken van Ankara. Zouden de paternalistische verhoudingen dan blijven bestaan of krijgen we een ander maatschappelijk model te zien?
 
Allereerst kan je niet alle Koerden over een kam scheren. Er zal altijd een conservatief en een progressief deel bestaan, en ik vrees dat bij verkiezingen in zo'n losgeweekt Koerdistan een conservatieve partij de meerderheid zou krijgen en het paternalistische model in stand gehouden zou worden. Maar als het aan de PKK ligt, komen er helemaal geen vrije verkiezingen. De organisatie wil enkel door haar bepaalde kandidaten verkiesbaar stellen (net zoals nu gebeurt bij de Koerdische politieke partij) en gelooft dat het volk geen behoefte heeft aan een andere visie.

De PKK heeft zich de laatste jaren ingezet voor de emancipatie van de Koerdische vrouw. Bij alle PKK-gezinde gemeentes wordt bijvoorbeeld de burgemeesterspost gedeeld tussen een (door de PKK aangewezen) man en vrouw. Ook wordt sinds kort beslag gelegd op het salaris van een man die niet goed voor zijn vrouw zorgt en wordt dat geld rechtstreeks aan de vrouw gegeven. Tegelijkertijd is de top van de PKK nog steeds een mannenbolwerk, hoeveel vrouwelijke strijders er ook zijn. Dat stemt mij niet erg optimistisch, maar wie weet. De mannen en vrouwen uit dat kamp die ik ontmoet hebben meestal vrouwenemancipatie hoog in het vaandel.

Aan de andere kant kan je de verandering van millenia-oude verhoudingen ook niet in een oogwenk afdwingen. Daarvoor moeten alle zeilen bijgezet worden. Om de tegenwind die nu ook vanuit Ankara komt het hoofd te kunnen bieden denk ik dat de Koerdische vrouwenorganisaties en hun Turkse counterparts elkaar voorlopig hard nodig hebben. 
 

Hoe verhoudt die sociale cultuur zich tot de staat Turkije? Welke invloeden en belangen spelen er?

De staat Turkije is altijd een macho-staat geweest, maar hij heeft zijn vrouwvriendelijke momenten gehad. De cultuur van de clan sluit dichter aan bij die van de huidige regering dan die van de 'westersgezinde' inwoners van het land. Deze regering zet zich in om de vrouw tot een volgzaam, aan de man ondergeschikt wezen te maken en alle winst die de vrouwenbewegingen met jarenlange strijd geboekt hebben hen weer af te nemen. Het is een lange-termijn-plan: meisjes wordt vanaf de lagere school inmiddels dit 'ideaalbeeld' ingeprent, ze worden aangemoedigd vroeg te trouwen en veel kinderen te krijgen. De werkeloosheid onder hoogopgeleide vrouwen is drastisch gestegen in de laatste jaren en mannen wiens vrouw een hoofddoek draagt krijgen eerder werk bij officiele instanties. In het verleden deden conservatieve leiders een beroep op traditie, deze club zegt het gebod van God te volgen. Dat vind ik een heel gevaarlijke ontwikkeling, want tradities kan je veranderen, maar het woord van God is onwrikbaar. 

 Koerdische strijder © Cherurcij
 
Hoe zie je het Koerdisch-Turkse conflict trouwens evolueren? Kan de strijd tegen IS en de hulp aan Iraakse en Syrische Koerden een frisse wind doen waaien door de status quo?

Ik geloof dat deze regering oprecht is in haar voornemen het conflict te beeindigen, maar alleen op haar voorwaarden. De stappen waar de PKK om vraagt worden maar schoorvoetend of niet gezet. Dat lijkt telkens weer het vredesproces in gevaar te brengen. Sommigen menen dat dit taktiek is van beide kanten, maar ik geloof dat de (Turks-)nationalistische groeperingen in de samenleving -dus ook binnen de regering- grote moeite hebben met het toekennen van culturele rechten aan de Koerden. Het gevaar dreigt dat het zo langzaam gaat, dat de PKK er op een gegeven moment het bijltje bij neergooit en het conflict opnieuw zal opflakkeren. De hulp van Turkije aan Iraakse en Syrische Koerden (die aanvankelijk allerminst van harte ging) zie ik dan ook vooral als een zoethoudertje voor de Turkse Koerden.

Anderzijds is Ankara weliswaar ontzet door de methoden die IS hanteert, maar in wezen delen ze dezelfde visie op islam en op wat een ideale samenleving is. Niet voor niets heeft IS ook in Turkije aanhang, ook onder Koerden. Religie is een machtige bindende factor, die de regeringspartij AKP ten volle benut. In het verleden wezen veel Koerden de PKK af als goddeloos om wille van de marxistische inslag. De PKK doet zijn best om dat imago te ontkrachten en wijst bijvoorbeeld alcoholgebruik en vrije omgang tussen jongens en meisjes resoluut van de hand.
 

Hoe talrijk zijn de echte Serhengs in Oost-Anatolië, jongeren die het roer willen omgooien? En wat doen ze?

Van cijfers heb ik geen idee, maar ik vrees dat ze zeldzaam zijn. Jongeren die verandering willen verdwijnen meestal in gestrekte draf naar het westen van het land, waar alles veel vrijer is. Die alom aanwezige clancultuur brengt ook een zware groepsdwang met zich mee, waartegen je als eenling niet zoveel begint. Daar verkijkt Serheng zich op, en ook hij komt (eventjes maar) in de verleiding om een makkelijk leven in Istanbul te kiezen.

 
In De Nederlandse bruid komt hoofdpersonage Emma op voor meisjes- en vrouwenrechten. Hoe is het daarmee gesteld in Oost- én West-Turkije?

Breek me de bek niet open... President Erdogan heeft vaak genoeg aangekondigd dat hij een devote samenleving wil creëeren. Vrouwen, als dragers van 's mans eer, spelen daarbij een sleutelrol. Of zij wel of niet uitbundig mogen lachen in het openbaar, al dan niet zwanger over straat mogen, samen met mannen de traditionele horon mogen dansen, in hetzelfde klaslokaal mogen zitten, lippenstift mogen dragen, enzovoorts, zijn onderwerp van heftig politiek debat geworden. Een AKP-politicus vroeg zich een tijd geleden openlijk af 'waarom een kind moet sterven wanneer de moeder verkracht is. İn plaats daarvan zou de moeder moeten sterven.' In maart werd abortus verbannen uit staatsziekenhuizen, waardoor de ingreep onbereikbaar is geworden voor de minder-vermogenden. Al eerder werden de 'gezinsplanningsklinieken' gesloten, waar gratis voorbehoedsmiddelen verkrijgbaar waren.
 
In Istanbul zijn de mores heel wat minder streng!
© Pixabay
Dit schooljaar 'mogen' meisjes vanaf hun tiende op school een hoofddoek dragen. Landelijk is de verplichte roklengte tot onder de knie afgezakt en kleding die de lijnen van het lichaam laat zien is verboden. Sexuele voorlichting is dit jaar tot een minimum teruggebracht en verheerlijkt het moederschap. Het aantal leerlingen op de middelbare imam-hatip-scholen, waar het zwaartepunt op religie ligt, is onder AKP-bewind vertienvoudigd tot bijna 700.000, mede omdat het cijfer dat ze op hun eindtoets basisonderwijs halen dat 'voorschrijft'. Meisjes krijgen de voorkeur.

De onderwijswet die twee jaar geleden ingevoerd werd, maakt het makkelijker om kinderen na hun veertiende thuis te houden. Dit treft vooral meisjes, die vervolgens vaak de schoolbanken voor de echtelijke stee verruilen. De huwbare leeftijd is onder de AKP weliswaar verhoogd van vijftien naar zeventien, maar volgens advocaten is het aantal aanvragen bij de rechtbank voor toestemming om toch voor die leeftijd te trouwen, met 94% toegenomen sinds de nieuwe onderwijswet.

Er zijn gelukkig nog steeds een heleboel hele lieve mensen die ook erg depressief van deze ontwikkelingen worden en het graag anders zouden willen zien. Zoals bijvoorbeeld alle organisaties die zich inzetten voor verbetering van de positie van de vrouw en meisjes. De helft van het land stemt op de AKP. Vaak niet omdat ze het gedachtengoed steunen, maar omdat ze (terecht) bang zijn voor economische onstabiliteit, net nu iedereen een beetje uit het slop aan het kruipen is na decennia van malaise. En daarbij is er dus ook nog steeds de andere helft die niet hiervoor gestemd heeft, maar op dit moment geen politieke partij heeft waar ze terecht kunnen. 


Als Emma en Serheng even willen ontsnappen aan de traditionele wereld reizen ze naar Istanbul. Daar gaan ze uit de bol in danstenten waar de drank rijkelijk vloeit, er geflirt wordt, luchtige kleding heel gewoon is... Dat nachtleven moet een doorn in het oog zijn van president Erdogan. Hoe ver kan zijn moralistische arm reiken, denk je?

Al jaren geleden werd er gezegd dat de AKP van plan was om het hele land droog te leggen, op een paar enclaves na waar losbandige Turken en toeristen hun gang zouden mogen gaan. Dat Turkije is nu realiteit geworden. Erdogan weet dat hij op enorm verzet zou stuiten als hij te snel gaat, maar stapje voor stapje rukt de vrome zone op. Via de scholen wordt nu ook de jeugd klaargestoomd voor een godsvruchtige toekomst. Een aantal jaren geleden leek het mij ondenkbaar, maar ik kan me nu wel voorstellen dat er op termijn een soort zedenpolitie komt à la Iran. Net als daar gebeurd is, lijkt het me ook niet langer ondenkbaar dat westergezinde Turken het land en masse verlaten. Dat proces is al begonnen.
 
Newroz, het Koerdisch Nieuwjaar wordt gevierd op 21 maart.
De naam betekent ook 'sneeuwklokje'.
© Jan Sefti
In mijn recensie schrijf ik dat, bij het componeren van een roman, de journalist de fictieschrijver wel eens in de weg zit maar dat dat bij jou niet het geval is. Hoe heb je dat zelf ervaren?

Ik ben blij met dat compliment, want inderdaad kom je als journalist snel in de verleiding om alles te gaan uitleggen. Ik moet je bekennen dat de redacteur zijn rode potlood medogenloos gehanteerd heeft. Dat deed pijn, maar was het juiste om te doen. Ik geloof ook wel dat ik daar van geleerd heb en in het vervolg de uitwijdingen zal beperken. Toch heb ik ook al reacties van lezers die graag wat meer achtergrondinfo over het land hadden willen lezen. Tja.

 
Hoe ziet je schrijvende toekomst eruit? Blijf je journalistiek en literatuur combineren? Liggen er nog andere boeiende romanonderwerpen op je te wachten in de Turkse maatschappij?
 
Ik ben al enige jaren geleden gestopt met de journalistiek. Daarover schrijf ik meer hier. Eerder heb ik twee non-fictie boeken geschreven: De Gouden Appel, een moderne geschiedenis van Turkije in reportagevorm, en Gezichten van Istanbul, een bundel verhalen over mensen of plekken in deze stad die ik bijzonder vond. Ik vond de omschakeling naar fictie best moeilijk. Ik probeerde aanvankelijk krampachtig om te zorgen dat alle feiten klopten:). Toen ik dat los kon laten ontdekte ik een stuk van mijn brein dat al heel lang had liggen slapen. Nu voelt het schrijven -op een goede dag- als vliegen in je droom: ongekend vrij en onbevreesd door de lucht zeilen. Heerlijk!

En boeiende romanonderwerpen zijn er maar te over in dit land. Ik wil me niet beperken tot Turkije (mijn eerste roman Happy Hour speelt zich af in Den Haag), maar na een half leven van proberen om dit land als journalist inzichtelijk te maken voor de Nederlandstalige geïnteresseerde, kan ik die gewoonte niet zomaar afleren. Ik ben in ieder geval al weer bezig aan een volgend boek dat zich ook hier afspeelt. De hoofdpersoon is een Amerikaanse journaliste die zich inzet voor genuanceerde berichtgeving over de islam. Als kind heeft ze in Oost-Turkije gewoond heeft en warme herinneringen opgebouwd. Maar haar vader, een arts die vrijwilligerswerk deed, werd er vermoord. Wanneer ze terugkomt in Turkije voor een reportage, wordt ze geconfronteerd met dat pijnlijke verleden en begrijpt ze dat ze alleen kan helen als ze de moordenaar van haar vader vindt.

 

1 december 2014

Shantie Singh


© Patricia Börger
Door de diaspora zijn Hindoestanen wereldburgers geworden. Een deel van hen kwam via Suriname in Nederland terecht. Shantie Singh is zo’n Hindoestaanse Nederlandse. Net als haar voorouders koestert ze de traditionele feesten en de oude epossen. En net als hen wortelt ze tegelijkertijd in de cultuur van het land waar de toekomst ligt.

Als je je geschiedenis wilt koesteren heb je naast gebruiken ook persoonlijke verhalen nodig. Die is ze gaan sprokkelen bij familie en vrienden. Door ze op te schrijven, ze te gieten in een roman, voegt ze iets toe aan de kwetsbare, orale overlevering. Met haar fictiedebuut De vervoering eert Shantie Singh niet alleen haar cultuurgemeenschap maar geeft ze ook een stem aan zij die voor de pijn van het achterlaten en het afscheid nemen geen woorden kunnen vinden.  
 
 
‘Zo ken ik een gezin met drie broers
waarin letterlijk drie continenten onder één dak wonen.'

De personages uit Vervoering halen kracht uit hun tradities en overgeleverde verhalen. Jij bent van de generatie van Sandra en Stefan. Vind jij ook houvast in de Hindoestaanse cultuur? En kun je met enkele voorbeelden aantonen welke plaats ze inneemt in je leven?

Ik weet niet of je kunt spreken van houvast aan de Hindoestaanse cultuur. Ik ben een Hindoestaanse Nederlander, of een Nederlander met een Hindoestaanse afkomst. Ik ben in Nederland geboren en de Hindoestaanse cultuur is daarbij altijd een gegeven geweest.

Je merkt natuurlijk wel van jongsaf aan dat dingen anders zijn. De wereld kent meerdere lagen. Naast het Nederlands hoor je ook de taal van je ouders. Naast MTV, hoor je ook de Indiase muziek. Naast Hollywood, zie je ook de Indiase films. Je neemt ook kennis van de grootse Indiase epossen, de Ramayan en Mahabharat, waarin geen geboden staan, maar die vol zitten met levenslessen in verhalen die eindeloos geïnterpreteerd kunnen worden. Mijn favoriet is de Bhagavad Gita: een gesprek tussen de mens Arjun en god Krishna over de zin van het leven en wat de taak van de mens op aarde is. Als ik me soms een beetje ‘lost’ voel, zou ik ook wel eens zo’n gesprek willen voeren. Maar volgens mij is het juist de taak van de mens om dat zelf uit te vinden, met behulp van de geweldige boeken uiteraard.

Ik werd me al jong bewust van deze gelaagdheid en vond de contrasten fascinerend. Ik begon met observeren en vergelijken. Het heeft me soms ook het gevoel van een buitenstaander gegeven, in de zin van dat je het gevoel had dat je van buiten naar binnen kijkt. Dat was niet altijd even makkelijk. Maar voor het schrijven is dat wel een goede positie denk ik. Je bent onderdeel van vele dingen, maar staat er nooit helemaal middenin.   

Er zijn een paar dingen in de Hindoestaanse cultuur die ik op deze plek wil benoemen:
De feesten, vooral het Divali feest vind ik erg bijzonder. Dit feest heb ik ook twee keer beschreven in mijn boek. Een keer in Suriname aan het begin van de 20ste eeuw, en nog een keer bijna honderd jaar later in Nederland. Ik vond het mooi om te laten zien hoe het feest gevierd blijft worden, maar hoe dat door de tijd en plaats heen steeds een eigen karakter krijgt zonder zijn kern te verliezen.
 
Verder is de familie bijzonder binnen de Hindoestaanse cultuur. Ik ben zelf niet opgegroeid met heel veel familie om me heen, maar voelde wel altijd het belang hiervan. Dit komt terug in de taal. De aanduiding van familieleden is in zowel het Sarnami als het Hindi en andere Indiase talen heel uitgebreid, veel uitgebreider dan bijvoorbeeld het Nederlands. Ieder familielid kent een aparte benaming. Enkele voorbeelden: grootouders van moederskant worden nani en nana genoemd en grootouders van vaders kant adjie en adja. Een zus wordt door de jongeren didi genoemd en een schoonzus bhoudjie. De oudste broer van de vader wordt dada genoemd en de jongere broers kaka. Door het gebruik van deze benamingen is meteen duidelijk op welke manier iemand verwant is.

Wat ik ook mooi vind aan de Hindoestaanse achtergrond, is dat het zo raakt aan het wereldburgerschap, omdat de wortels zich uitstrekken over meerdere continenten.  

Hindoestaanse familie in koloniaal Suriname
Het vertellen van verhalen is een geplogenheid die als een rode draad door Hindoestaanse levens loopt en ook door dit boek. Heeft de aard van die verhalen de stijl en structuur van Vervoering beïnvloed? Ik denk, bijvoorbeeld, aan het pratende boek.

Een Hindoestaanse afkomst is complex, en voor velen nog onbekend. Het gaat dan ook om een migratiegeschiedenis waarbij een volk zich in korte tijd heeft verspreid over drie continenten. Het is een hele fascinerende geschiedenis vol verhalen en met grote contrasten. Het heeft me lange tijd verbaasd dat dit stukje geschiedenis nog niet was vastgelegd in literaire vorm.

Op een manier is de Hindoestaanse geschiedenis de hoofdpersoon van het boek, en vormen de personages verschillende aspecten van die geschiedenis. De verhalen van de verschillende personages door deze geschiedenis heen vond ik belangrijk, maar ook om 1 verhaal als erfenis door het boek heen te weven. Een verhaal dat telkens op de volgende generatie wordt overgedragen. Op die manier blijven de generaties met elkaar verbonden.

De voorouders reisden continenten over. Verhalen vormden daarbij hun reisgezel. Het was voor lange tijd het enige dat ze konden doorgeven. Ze hadden het alles behalve makkelijk. De mondelinge verteltraditie, met invloeden uit de grote Indiase epossen, was onmiskenbaar hun houvast.

Het wonderlijke is dat er aan de ene kant dus heel veel verhalen zijn en worden verteld. Maar aan de andere kant wordt er ook veel gezwegen, over dat verleden, over de pijn die dat ook heeft veroorzaakt. Migratie gaat altijd gepaard met afscheid en achterlaten.

Vaak zag ik ook dat mensen de waarde van hun geschiedenis niet beseften. Het was niet altijd makkelijk om erover te praten.

Het idee voor het pratende boek ontstond toen ik voorwerpen zag liggen waarvan ik zeker wist dat er een enorm verhaal aan vast zat. Bijvoorbeeld bij de trouwkleding van mijn tantes. Soms keek ik ernaar met de gedachte: als jullie eens konden vertellen. De voorwerpen hielden al de verhalen en emoties vast. Wat mijn tantes voelden toen ze continenten overvlogen, welke dromen zij koesterden bij aankomst, maar ook welke angsten. 
 
 
Een opvallend detail is dat jullie voor 'boek' het Arabische woord kitab gebruiken. Weet je iets van de herkomst van dat woord? En in welke zin heeft de Surinaamse geschiedenisbladzijde het Hindi van de Hindoestaanse Nederlander beïnvloed?
 
Voor zover ik weet is kitab niet alleen het Arabische woord voor boek, maar ook het Hindi. Urdu, Arabisch, Perzisch, Hindi – al deze talen zijn met elkaar gelieerd, omdat ze allemaal een oorsprong hebben in het Indo-Europees. Kitab komt van het werkwoord schrijven/geschreven. 
 
Het is op dit punt ook interessant om de herkomst van het Sarnami te beschrijven. In het boek Vervoering vertel ik een verhaal over vier generaties. Het is fictie, maar gebaseerd op mijn eigen geschiedenis en die van vele andere Hindoestaanse Nederlanders. De wortels van bijna alle Hindoestanen beginnen in Noord-India. Van 1873 tot 1916 vertrokken ruim 34.000 Indiërs naar Suriname om te werken als contractarbeider op de plantages van Nederlandse eigenaren. Toen deze immigranten na een lange reis per boot aankwamen in Suriname, werden zij geconfronteerd met veel andere contractarbeiders die een andere streektaal spraken. De verschillende talen zijn in de loop der tijd in Suriname tot één gemeenschappelijke taal geworden en deze taal heeft zich, mede onder invloed van andere in Suriname gesproken talen, zelfstandig verder ontwikkeld. Door de in Suriname ontwikkelde en kenmerkende eigenschappen is het Sarnami als een Surinaamse taal te beschouwen, die in deze vorm nergens in India voorkomt. Deze taal wordt ook gesproken in Nederland, maar door mijn generatie veel minder. 
 
Hindoe-tempel in Paramaribo
© Freek L.Bakker
Voelen Hindoestaanse Nederlanders zich meer verbonden met Suriname dan met India… of omgekeerd… of met allebei?

Een hele interessante vraag, die ik ook graag aan andere Hindoestaanse Nederlanders stel. De antwoorden die ik krijg zijn enorm divers.

Zo ken ik een gezin met drie broers waarin letterlijk drie continenten onder een dak wonen. De oudste broer voelt zich het meest thuis bij Suriname. Zijn kamer is volgestouwd met houtsnijfiguren uit Zuid Amerika en hij spreekt naast Nederlands vooral Sranan Tongo met zijn vrienden. De middelste broer kan zich juist helemaal identificeren met India. Hij leest de talloze boeken die horen bij de Indiase filosofie. In zijn kamer staan kleine beelden van de hindoe goden Vishnu en Shiva. Hij beheerst naast het Nederlands ook het Hindi en Sarnami en studeert als bijvak het Sanskriet. Hij bespeelt de tabla, een Indiaas trommelinstrument, en haalt zijn muzikale inspiratie uit de muzikale grootheden in India. Dan het jongste broertje. Die is tot op het stereotype af Nederlands. Hij luistert naar niets anders dan André Hazes, Trijntje Oosterhuis en Marco Borsato. Met zijn vrienden eet hij het liefst bitterballen en kaassoufflés en drinkt hij bier.

Voor mezelf: ik voel me een Hindoestaanse Nederlander, met roots en familie in Suriname en roots in India. Ik kan niet kiezen. Ik hou er ook niet van om iets in hokjes af te bakenen. Alles heeft me gevormd tot wie ik nu ben.

 
Je boek loopt tot ergens aan het eind van de voorbije eeuw. Pas in die laatste jaren zie je de patriarchale greep op het gezin verminderen. Hoe zou je die vaderrol definiëren en hebben kinderen van jouw generatie meer vrijheid bedongen?

Vroeger was de vader echt het hoofd van het gezin. De gezinsstructuur was gebaseerd op autoriteit, de vader sprak je niet tegen. Dat was in het algemeen zo in die tijd, in vrijwel de hele wereld, ook in Nederland. Dat begint nu te veranderen.

Door de migraties, vooral de migratie naar Nederland is er gaandeweg veel veranderd in gezinsstructuren. Veel minder autoritair, veel meer dialoog. Mijn generatie stelt vragen over alles en heeft daar ook de ruimte voor. En daar ben ik mogelijk nog een stapje verder in dan de rest. Ik wil echt alles weten. Mijn generatie is dus kritischer, maar is ook meer bezig met zichzelf ontwikkelen en ontplooien. Het gaat niet meer alleen om overleven.

Zelf heb ik een geweldige vader. De ontwikkeling van zijn kinderen was het belangrijkste voor hem. Wat anderen dachten deed er niet echt toe. Presteren was belangrijk, dat komt omdat hij weet hoe het leven kan zijn als je weinig opleiding en geld hebt. Er was veel ruimte voor ontplooiing en stimulering. Als ik vroeger als klein meisje aan hem vertelde dat ik minister, dokter of schrijver wilde worden, nam hij dat heel serieus. Hij lachte niet om die fantasievolle dromen, nee, mijn vader zei: ‘Als dat is wat jij wilt dan moet je er ook voor gaan’.    

Hindoestaanse vrouw: Suriname 1910-1920
© Tropenmuseum
Ook familie-eer en status speelden een grote rol in het verleden. Wat is daar nog van over bij de hedendaagse Hollandse Hindoestanen?

Status speelt nog wel een rol, maar dat komt ook door de migraties. Daardoor wordt belang gehecht aan financiële zekerheid. Banen met status betekenen zekerheid.

Sowieso is presteren heel belangrijk binnen de Hindoestaanse cultuur. Goede cijfers halen, willen uitblinken. Ook dat heeft volgens mij te maken met de migraties. Dat betekent steeds een minderheid zijn en jezelf steeds weer moeten bewijzen.

Familie-eer speelt bij sommige gezinnen nog steeds een belangrijke rol, vooral de gezinnen die veel waarde hechten aan wat andere mensen over hen denken, maar de meesten zijn volgens mij individualistischer geworden. Er is een verschil tussen generaties op dit punt.


Opvallend is ook hun flexibiliteit en het intelligent omgaan met nieuwe omgevingen. Is dat een houding die Hindoestanen typeert?

Gandhi zei ooit: ‘De wereld is mijn vaderland’. Ik denk dat veel Hindoestanen dit hebben overgenomen. Ook als je kijkt naar de Indiase diaspora zie je dat deze is verspreid over de hele wereld.

De migraties hebben zeker laten zien dat ze intelligent omgaan met nieuwe omgevingen en zeker flexibel zijn, zonder hun eigenheid te verliezen.

Toch is het gevaar van te veel flexibiliteit, dat de kans op onzichtbaarheid bestaat. Dat je je identiteit kan verliezen. Als je te veel gericht bent op de toekomst, kan je de waarde van stil staan, reflecteren en iets vastleggen (de verhalen) vergeten.                

Jonge Brahmaan
De Rajput-familie uit Vervoering is kastebewust. Wat is er na de emigratie naar Suriname en Nederland nog over van het kastesysteem? Waarden en normen…?

Van een kaste-systeem is al sinds Suriname weinig meer over. Alle groepen raakten met elkaar vermengd. Natuurlijk heb je altijd nog wel mensen die zo weinig hebben om zich goed over te voelen, dat ze zich maar blijven beroepen op hun kaste, maar die worden volgens mij door alleen andere dwazen serieus genomen.

Op bepaalde momenten kan het nog wel een rol spelen: als het gaat om de keuze voor een liberale pandit* of een traditionele pandit bijvoorbeeld. Jongeren zullen eerder voor de liberale pandit gaan, en ouderen zijn nog wat ouderwetser. Dat kan voor botsingen zorgen.  

Je kunt dit vergelijken met de restanten van de verzuiling. De keuze voor een kerk speelt opeens weer een rol bij huwelijken. Als er een kind wordt geboren, komt er dan een doopceremonie? En hoe gaat die eruit zien?

 
In het boek wordt er over Brahmaanse idealen gesproken. Daarmee wordt, onder meer, het verwerven van kennis en macht bedoeld. Waren die alleen belangrijk voor de hoge kaste van de Rajputs of voor alle Hindoestanen van toen?

De Brahmanen zijn de religieuzen/geestelijken. Zij zijn, of behoren de experts op het gebied van religie en ethiek te zijn. Het verwerven van kennis is belangrijk. Vergelijk het met Bijbelkennis, die was vroeger ook alleen voor de geestelijken. Macht was voor de adel en grootgrondbezitters. De Rajputs zijn de bestuurders, koningen, landeigenaars, strijders en verdedigers van het land.  

De idealen waren niet voor iedereen belangrijk, maar voor het personage Yash, die een enorme ambitie heeft, vormen deze een belangrijke leidraad om zijn levensdoelen op af te stemmen.  

 Rajput-huwelijk
© Raisingh Rathore

Met het schrijven van Vervoering heb je de orale traditie omgebogen naar het geschreven woord. Is het belangrijk dat beide vormen blijven bestaan en denk je dat de mondelinge traditie zich kan handhaven in de hedendaagse samenleving?
 
Ze zeggen niet voor niets 'wie schrijft blijft'. Als verhalen alleen mondeling worden verteld, blijven ze in de lucht hangen, noodgedwongen passief wachtend totdat iemand hen weer oppakt en doorgeeft. Een papieren versie geeft meer substantie. Meer kans op overleven.
 
Maar ik denk dat de mondelinge traditie altijd zal blijven bestaan. Mensen zullen altijd de behoefte voelen om bij elkaar te komen en elkaar verhalen te vertellen. Gelukkig maar, dan blijft er voor mij meer dan genoeg om te observeren.