De stem van Anita Nair kun je gerust eerlijk en
echt noemen. Ze is trouw aan India, loyaal aan haar stad Bangalore, stelt
corruptie en andere misstanden aan de kaak, dringt door in de diepere lagen van de
menselijke identiteit… en schrijft liefdevol over de Indiase keuken. In haar
verhalen wisselen ratio en zintuigen elkaar af.
Na een aantal niet-spannende romans komt ze nu met
een misdaadboek - De wreedheid van het hart -, een Westers concept waaraan ze een geheel eigen interpretatie geeft.
Ook voor een thriller geldt dat lezen een beetje reizen is!
‘Ik wilde de onderbuik van een stad,
die doorgaans gekend is als modieuze
IT-hoofdstad, aan de wereld tonen.’
Je hebt een hele reeks romans geschreven, verder
ook essais, reisverhalen en poëzie. Nu is er een misdaadroman. Verken jij graag
de verschillende literaire genres?
Ja. Omdat ik zo ontzettend
van schrijven geniet, zie ik het niet als werk maar benader het met de
gretigheid uit de tijd waarin ik mijn stem ontdekte. Maar ik geraak snel
verveeld wanneer ik dezelfde dingen moet doen. Om de adrenaline op peil te
houden probeer ik dus te experimenteren met thema’s en genres.
Ja. Omdat ik altijd literaire fictie heb geschreven
en de psychologische whodunit thriller een nieuw genre voor me was, was dit
anders voor mij. De wreedheid van het
hart vroeg om een andere benadering dan mijn overige boeken. Anders dan bij
literaire romans, worden thrillers gestuurd door tijdschema’s en actie en
bijgevolg is het makkelijk om fouten te maken. Terwijl ik het tempo erin
probeerde te houden, moest ik opletten dat ik niets weg gaf. Het bedenken van
afleidingsmanoeuvres is trouwens een kunst op zich.
Om de personages niet op karikaturen te laten
lijken, moesten ze bovendien met een fijne pen uitgewerkt worden. En hun
dialogen moesten helder en natuurlijk klinken, niet als ingewikkeld erudiet
proza. Maar De wreedheid van het hart
daagt ook het conventionele krimi-canon uit. Enerzijds heeft het alle
stylistische elementen van de literaire roman. Anderzijds wordt het gestuurd
door het handelsmerk van de misdaadliteratuur. In tegenstelling tot Unlike The Better Man, Ladies Coupe,
Mistress (De Minnares - uitg. Signatuur) or Lessons in Forgetting (Wanneer de
cyclonen komen - uitg. Signatuur), is De
wreedheid van het hart een liniair verhaal. Daarnaast is het ook een roman
die het leven van mensen volgt maar op een ondubbelzinnige manier. Misschien onderscheidt het boek zich, in de eerste plaats, van het populaire
genre door de sociale dimensie.
Gemotoriseerde riksja in Bangalore © Peter Richmond |
Heb jij je afgevraagd wat je kunt toevoegen in
termen van stijl, thematiek, karakters, details… aan het Westerse model van de
misdaadroman?
Deze roman is
ondergedompeld in Bangalore en begint in de eerste nacht van de Ramadan om te
eindigen met het Feest van Maria. In de loop van deze 38 dagen ontvouwt zich de
actie. Protagonist inspecteur Borei Gowda onderzoekt een reeks stadsmoorden die
op het eerste gezicht geen verband houden met elkaar… behalve dat alle
slachtoffers mannen zijn en op eenzelfde manier vermoord zijn. Toch is hij niet
erg populair en moet hij, tijdens zijn speurtocht, strijden tegen de apathie
van beleidsmensen.
Er zijn veel verschillen
maar die zijn louter cultureel van aard. Toch zijn er twee dingen die
inspecteur Gowda echt anders maken dan de Westerse misdaadhelden.
Het eerste is dat de
inspecteur niet gelooft dat gerechtigheid uiteindelijk zal geschieden. Dat hij
de crimineel wellicht wel zal vatten maar dat het gerechtelijk systeem de zaak
eindeloos in behandeling zal houden en misschien wel zal seponeren. Toch houdt
inspecteur Gowda vol omdat hij hoopt dat het deze keer wel lukt, dat bureaucratie
en corruptie het voor één keer niet zullen verpesten.
Ten tweede zijn de meeste
Westerse misdaadhelden eenzaten, volledig vervreemd van hun familie. Inspecteur
Gowda is dat nauwelijks, hij heeft nog steeds een band - met zijn vader, zijn broer
en diens familie, zijn vrouw en zoon -, berust niet in de status van eenzame man. In
zijn hart is hij nog steeds heel erg een familieman.
Vliegerwinkel in India |
Gowda en Santosh behoren tot dezelfde kaste.
Welke is dat? Welke plaats heeft die in de maatschappij? En welke sociale
gevolgen zijn hieraan verbonden?
Gowda en Santosh behoren
tot de Gowda-kaste. Gowdas zijn een opperkaste met een militair verleden. Ze
zijn, politiek gezien en in aantal, een dominante groep. Het spreekt dus
vanzelf dat de Gowdas in de staat Karnataka doorgaans een sterke politieke
invloed hebben en erg aan elkaar hangen.
Heeft de onbetrouwbaarheid van gezagsdragers,
die zowel in dit boek zit als, bijvoorbeeld ook, in het actuele onderwerp van groepsverkrachtingen,
te maken met het kastesysteem?
Niet echt. Het
kastesysteem heeft erg weinig te maken met onbetrouwbare autoriteiten of
verkrachtingen door bendes. Voor de ene is corruptie de oorzaak, voor de andere
is het sexuele frustratie.
Is de marginale situatie van transgenders, zoals
ze beschreven wordt in De wreedheid van
het hart, gegrepen uit de Indiase werkelijkheid?
Ik heb geschreven over een
bepaalde groep waarover we erg weinig weten, zelfs in India. Transgenders zijn
een zichtbaar fenomeen in de Indiase samenleving. Dat ze bestaan en deel uitmaken
van de gemeenschap is iets waarmee elke Indiër vertrouwd is. Toch hebben ze
weinig rechten en worden minachtend behandeld. Het is jammer dat ze niet meer
respect krijgen. De meesten van hen zijn onontwikkeld en zullen nooit een baan
kunnen vinden in de gevestigde maatschappij.
God Ganesha, beschermheilige van reizigers |
Voor Europeanen is de relatie tussen Hindoegoden
en gelovigen vrij onbekend. Wat kun je ons daarover vertellen? En is het
gebruikelijk dat mensen geloven dat de kracht van die goden in hen kan
overgaan, zoals je personage Ravikumar doet?
De relatie tussen
Hindoegoden en gelovigen is een erg persoonlijke. De meeste Hindoes kiezen een
godheid uit als beschermengel. Ze smeken zijn zegen af, vragen om hen te helpen
in moeilijke maar ook in doorsnee tijden. Wat de vrouwelijke goden betreft, is
er een wijdverbreid geloof in de mogelijkheid dat zij in het lichaam van de
gelovigen kunnen plaats nemen en zich via hen tot de wereld kunnen richten. Dat
gebeurt niet zo vaak maar vaak genoeg zodat mensen, wie het overkomt, het
fenomeen kunnen begrijpen.
In het
nawoord bedank je Naseer Ahmed, ‘voor de fantastische avondwandeling door de wijk
Shivaji Nagar in Bangalore’. Wat was daar zo bijzonder aan?
Omdat de roman
voortgestuwd wordt door de personages en het plot, heb ik voor de eerste keer
ook de stad als karakter gebruikt… Twintig jaar lang heb ik door de smalle
straten van Sivaji Nagar gereden, langs winkels die alles verkochten van noten
over grendels tot auto-onderdelen, oude kranten, vlees, groenten, fruit,
bloemen, kleren en schoenen... Ik heb er meer als een nieuwsgierige toerist
rondgekeken dan met de berekende blik van een schrijver. Maar op die bepaalde
avond had ik een gevoel van voorbestemdheid. Was het de vluchtige geur van
vlees dat klaargemaakt werd of sjofel geklede kinderen proevend van
suikerspinnen of was het de ondergaande zon die in een ruit reflecteerde? Op dat moment
dacht ik aan het Londen van Dickens: ‘The
amount of crime, starvation and nakedness or misery of every sort in the
metropolis surpasses all understanding.’
Ik wilde de onderbuik van
een stad, die doorgaans gekend is als modieuze IT-hoofdstad, aan de wereld tonen.
Bangalore is erg cosmopolitisch en heeft veel grootstedelijke kenmerken. De
stad vertegenwoordigt een levensstijl die snel is en dingen doet gebeuren. Maar
er is ook het verborgen Bangalore. Achter de technocraten en grote merken, café latte’s en joggers, schuilt er nog een stad waarover
bijna niet geschreven is en dat is wat ik geprobeerd heb te vangen, zelfs te
verheerlijken. Maar dat kon ik niet alleen doen. Naseer bood zich aan als
escort en zo wandelden we langs de Ramadan-markt van Sivaji Nagar die opengaat
om 10 uur ’s avonds en tot in de vroege uurtjes doorgaat. Hoewel het niet
veilig is om daar ’s avonds laat alleen rond te lopen, zou een
middernachtelijke wandeling het verschil maken, niet alleen wat mijn
ingesteldheid betrof maar ook voor het schrijven het boek. Om niet op te vallen
heb ik me zelfs anders gekleed en als een moslima mijn hoofd bedekt. Omdat ik geprobeerd
heb om op te gaan in de omgeving en Naseer in die wijk bekend is, zag niemand
mij als een indringer of een prooi.
Jij hebt er blijkbaar voor gekozen om in India
te blijven wonen, hoewel je in het Engels schrijft. Veel collega’s van je doen dat liever vanuit Groot-Brittannië
of de VS. Hoe is dat voor jezelf en hoe wordt daarop gereageerd in je land?
Ik zou niet ergens anders
kunnen leven dan in India. Er is dus nooit twijfel geweest. Ik denk dat het
voor mijn landgenoten niets uitmaakt. Maar het maakt een groot verschil voor
mijn belangrijkste lezers, zij die in India wonen. Ze lezen mijn werk in het
besef dat ik schrijf over een levend, ademend India en niet een land dat
doordrenkt is van nostalgie.
Papadum hoort bij Indiase maaltijden |
Er wordt erg veel gegeten in dit boek. Zegt dat
iets over jou of over de Indiase cultuur?
Ik denk dat de focus op
eten en voedsel te maken heeft met beide, met wie ik ben als persoon en met de
Indiase samenleving. Ik heb een grote fascinatie voor voedsel (zowel wat
lezen, schrijven, koken als eten betreft). Daarnaast denk ik ook dat er in
onze samenleving evenveel aandacht wordt besteed aan eten als aan religie.
In de diverse Indiase talen is, na de begroeting, de vraag of je al gegeten
hebt, één van de eerste die gesteld worden. Die drukt betrokkenheid uit en
belichaamt het besef dat het goed gaat met iemand die gegeten heeft of op het
punt staat te gaan eten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten